Molenaars

Molenaars

Windmolen De Victor heeft verschillende eigenaren en molenaars gehad.

Eerste eigenaar 1853-1854 Theodorus Jan Rooijmans
Theodorus Jan Rooijmans (1798-1854) werd de “bouwpastoor” van de nieuwe beltmolen in de Nieuwe Kerkstraat (kad.B1351). Hij was de zoon van Johannus Henricus Rooijmans (1762-1827) en Catherina Theodorus (Dirk) Gijben. Theodorus trouwt twee keer. De eerste keer in 1828 met Jacoba Joanna Steevens. Zijn tweede huwelijk is in 1833 met Anna Maria Philipsen.

Tweede eigenaar 1854-1887 Anna Maria Philipsen
De weduwe van Anna Maria Philipsen (1803-1886) werd de nieuwe eigenares van de molen. Zij en haar twee zonen, Jan Goswinus en Jacobus zetten het molenbedrijf voort. De weduwe was een voortvarende onderneemster. In 1860 krijgt ze toestemming om de molen ook als oliemolen in te richten.

Derde eigenaar 1887-1893 Petrus Hubertus van Oorschot
Petrus Hubertus van Oorschot (1854-1892), net getrouwd met Henrica Driessen, werd de nieuwe eigenaar in 1887. Hij heeft het vak geleerd op de standerdmolen van zijn vader Willem van Oorschot (bakker en molenaar) op de Astense Dijk (later de weg van Someren naar Heeze). In die tijd was het gebruikelijk dat men een molenaarsknecht in dienst had maar Petrus Hubertus van Oorschot had twee molenknechten.. Na het overlijden van Petrus van Oorschot verkopen de erven in 1893 de molen aan Petrus Johannes Mathijssen.

Vierde eigenaar 1893-1910 Petrus Johannes Mathijssen
Petrus Johannes Mathijssen (1836 Weert-1916 Boekel) was molenaar/molenbouwer maar of hij heeft gewerkt als molenaar weet men niet. Het werk werd vooral gedaan door de molenknechten. Enkele knechten die worden genoemd zijn; Carel van Doorn, Joseph van Driel, Peter Welten en Franciscus van de Berg. Petrus Mathijssen kon het bedrijf niet draaiende houden omdat hij geestelijk ziek werd en opgenomen in Boekel. In 1908 vindt er een scheiding plaats van de bezittingen. De molen en het erf met bouwland werden toegewezen aan dochter Petronella Johanna. Zij was getrouwd met Peter Leonardus Rooijmans. Door zijn huwelijk en vererving kwam Peter Leonardus Rooijmans in 1910 in het bezit van de molen.

Vijfde eigenaar 1910-1935 Peter Leonardus (Leo) Rooijmans
In 1910 nam Peter Leonardus Rooijmans (1878-1969) het bedrijf over, hij was de schoonzoon van de vorige eigenaar. Peter (Leo) was in 1906 getrouwd met Johanna Petronella (Nel) Mathijssen. Ze kregen drie kinderen en sinds 1912 woonde ze in het molenhuis. Peter (Leo) heeft het molenaarsvak geleerd op de standerdmolen in de Postelstraat.

 

Zesde eigenaar 1935-1944 Petrus (Piet) van Houts
In 1935 kwam de molen en het molenhuis in het bezit van Petrus (Piet) van Houts (1911-1944) Petrus was geboren in Someren en trouwde met Petronella van Deursen. Piet van Houts stierf aan tuberculose. De weduwe, Petronella van Houts-van Deursen zette het molenbedrijf voort.

 

 

Zevende eigenaar 1944-1949 Petronella van Houts-van Deursen
De weduwe Petronella van Houts-van Deursen zette met hulp van Joep Sanders, Janus Jansen en haar broer Jan van Deursen het bedrijf voort tot 1949. In 1949 heeft Petronella het bedrijf verkocht aan Theodorus Hubertus Matias Rietjens en vertrok zij naar Australië.

 

 

Achtste eigenaar 1949-1954 Theodorus Hubertus Mathias (Tjeu) Rietjens
Tjeu Rietjens is in 1909 in Stramproy geboren en was getrouwd met Maria (Toos) Kessel. Hij had grootse plannen maar helaas was de concurrentie te groot. Hij maalde vooral met de elektrische aangedreven hamermolen. De klanten waren vertrokken naar o.a. de NCB en de tijd van de vele kleine maalderijen liet ten einde. Met kunst en vliegwerk wist hij het bedrijf tot 1954 draaiende te houden met allerlei handel.

In 1954 ging het bedrijf failliet en werd de door de grootste schuldeiser overgenomen, de meelhandel en het veevoederbedrijf van Willem Peters- Van Ooijen uit Venlo

Negende eigenaar 1954-1955 Willem Peters – Van Ooijen
Deze eigenaar wilde zo snel mogelijk van het bedrijf af. Een jaar later, 1955, werd de molen verkocht aan de gemeente Someren. De maalderij en meelhandel verkocht hij in 1958 aan Gerrit Franken.

 

 

 

Tiende eigenaar 1955 tot heden Gemeente Someren
De gemeente Someren had voorlopig geen plannen om de molen op een of andere manier in bedrijf te houden en zocht naar een andere oplossing voor behoud van de molen.

Op 11 november 1956 werd de molen een tijdelijke thuisbasis voor het jongensgilde. Zij gaven de molen de naam Sint Maartensburcht en bleven tot 1970 in de molen.

De gemeente Someren, als eigenaar van de molen, zocht dus naar een definitieve oplossing en dat was de molen weer geschikt te maken voor bemaling. Hiervoor was een grondige restauratie nodig. In 1971 is begonne met de restauratie van de molen door molenmakersbedrijf Adriaens uit Weert, die in 1972 werd afgerond.

Eerste vrijwillige molenaar Gerrit (Gerard) Buenen 1970-1976
Gerrit werd toen gevraagd om molenaar te worden op de molen. Hij was toen werkzaam bij de maalderij van de firma Slaats in de Postelstraat. Hij werd in 1970 vrijwillige molenaar van de gerestaureerde beltmolen in de Kerkstraat. In 1976 kwam Gerrit Buenen om bij een tragisch bedrijfsongeval bij de firma Slaats.

 

 

Tweede vrijwillige molenaar Jan van Deursen 1976-1987
Jan van Deursen was de meest voor de hand liggende opvolger, die voor zijn diensttijd het molenaarsvak op de molen bij zijn zwager Piet van Houts geleerd had. In 1976 werd hij gevraagd door de gemeente Someren om vrijwillige molenaar te worden op de molen in de Kerkstraat. Marc, zijn zoon, was toen al niet meer weg te slaan van de molen.

 

Derde vrijwillige molenaar Marc van Deursen 1988 tot heden
In 1987 slaagde Marc voor zijn molenaarsdiploma en in 1988 werd hij benoemd tot molenaar van de windmolen “De Victor”. Naast zijn vrijwilligerswerk van de molen is hij ook voorzitter van de Peelland Molenstichting.