Hoe werkt een molen? 

Hoe werkt een molen? 

 

Molens zijn werktuigen die worden aangedreven door wind of door water. Dit zijn de windmolens en de watermolens. Dit zijn de twee grootste groepen molens. Daarnaast kennen we nog handmolens en rosmolens die worden aangedreven door de mens of door een paard.

Molens zijn heel belangrijk geweest voor de ontwikkeling van Nederland. Voordat de stoommachine, de dieselmotor en de elektromotoren werden uitgevonden, waren molens de belangrijkste werktuigen die werden aangedreven door wind (of water).

Handmolens

Voor handmolens is menskracht de energiebron. Twee ongeveer even grote stenen liggen daarbij op elkaar en het graan stroomt ertussen. Door het maken van een draaiende of wrijvende beweging met de bovenste steen, wordt het graan fijngemalen.

Rosmolens

Bij een rosmolen wordt de kracht geleverd door een paard (ros). Het dier loopt rondjes en zet daarbij een groot wiel in beweging. Dit wiel is verbonden met de molenstenen waartussen het graan vermalen wordt. Er zijn nog een aantal rosmolens in Nederland in bedrijf te zien, zoals bijvoorbeeld in het Openluchtmuseum in Arnhem.

Watermolens

Watermolens maken gebruik van stromend water van beken en riviertjes. Met een schoepenrad wordt een as in beweging gezet. Via allerlei assen en spillen met wielen kunnen er vele werktuigen in de molen worden aangedreven. Meestal zijn dat molenstenen waartussen het graan vermalen wordt, maar er zijn ook andere werkzaamheden die verricht kunnen worden.
Dit type molen werd vooral gebouwd in de hoger gelegen gebieden van Nederland. Op dit moment zijn er nog ruim 100 watermolens in ons land, vooral in de provincies Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg.

Windmolens

De energiebron van de windmolen is de wind, die het wiekenkruis aandrijft. Het wiekenkruis is bevestigd aan de bovenas. Om de bovenas is een bovenwiel aangebracht, dat met de as meedraait en de beweging overbrengt op de koningsspil, waaraan een of meerdere raderen zijn aangebracht. Deze raderen zorgen er vervolgens voor dat bijvoorbeeld de maalsteen, de vijzel of het scheprad gaan draaien.

 

Bron: De Hollandsche Molen