Welke soorten molens zijn er

Welke soorten molens zijn er

Kun je het je voorstellen? Nederland zonder molens? Nee toch, je moet er niet aan denken! Ze horen bij ons Nederlandse landschap. Molens deden vroeger heel veel werk. Er werd graan mee gemalen, olie mee geperst en er werd water mee uit de natte gebieden gemalen. Daarvoor gebruikte men allerlei verschillende soorten molens. Hieronder een overzicht van de belangrijkste soorten.

Standerdmolen

De standerdmolen heet zo omdat het vierkante molenhuis draait om een houten standerd. Een standerd is een stevige rechtopstaande ronde balk. Het molenhuis kan om deze standerd naar de wind worden gedraaid. Standerdmolens malen allemaal graan en zijn dus korenmolens.

Wipmolen

Een wipmolen is een poldermolen die het overtollige water de polder uitmaalt (uitwipt). Hier dankt dit molentype ook zijn naam aan. In Friesland heet een wipmolen spinnenkop. De meeste wipmolens zijn poldermolens. Er bestaan maar twee wipkorenmolens.

Wipstellingmolen

Om meer wind te vangen werden sommige wipmolens hoger gebouwd en kregen een stelling. Dit is een soort balkon dat rondom de molens heen is gebouwd. Er zijn nog vier wipstellingmolens over in Nederland.

Spinnenkop

Een spinnenkop is een kleine poldermolen die het overtollige water uit de polder maalt. De naam spinnenkop word alleen in Friesland gebruikt. In de rest van Nederland heet dit type molen een wipmolen. Er staan in Nederland nog drie spinnenkoppen met stelling.

Weidemolen

Een weidemolen is een kleine poldermolen die wordt gebruikt om water weg te malen. De molen houdt een klein stukje land droog. Voor dit werk was een grote poldermolen te duur. Een weidemolen is makkelijk te bouwen en te bedienen. Kijk maar eens rond of je ze nog ziet staan.

Paltrokmolen

Een paltrok is altijd een houtzaagmolen. Er zijn er nog vijf van in Nederland terwijl er vroeger heel veel stonden. Ze zaagden enorm veel hout voor de bouw van schepen, huizen en molens. De laatste paltrokken staan in Amsterdam, Zaandam, Haarlem en Arnhem.

Torenmolen

Een torenmolen is een stenen molen in de vorm van een ronde toren. Het is altijd een korenmolen en na de standerdmolen het oudste type windmolen. Er zijn er nog vier over in het Gelderse Lienden, Zeddam en Zevenaar en in het Limburgse Gronsveld.

Ronde stenen grondzeiler

Een ronde stenen grondzeiler kan de molenaar vanaf de grond bedienen. Ze zijn vaak gebouwd als poldermolens maar het kunnen ook korenmolens zijn. Grondzeilers hebben geen stelling. Ze staan namelijk vaak in het vrije veld en vangen daardoor voldoende wind.

Ronde stenen beltmolen

Een ronde stenen beltmolen is een stenen molen waaromheen een heuvel van zand (belt) is gemaakt in plaats van een houten stelling. Onder in de belt is extra ruimte voor de opslag van graan en meel. De meeste beltmolens zijn korenmolens.

Ronde stenen stellingmolen

Een ronde stenen stellingmolen stond vroeger vaak op de wallen van een stad. Hier kon de molen goed wind vangen zonder belemmeringen. Het waren meestal korenmolens. Ze waren zo hoog gebouwd dat er ruimte was voor de molenaar en zijn gezin om onder in de molen te wonen.

Zes- of achtkante buitenkruier

Een zes- of achtkante buitenkruier is een veelkante molen. Aan de achterkant van de draaibare kap hangt de staart. De molenaar kan de kap met de wieken vanaf de grond naar de wind draaien (kruien).

Achtkante binnenkruier

De achtkante binnenkruier vind je alleen in Noord-Holland. Dit type herken je meteen want deze molens hebben geen staart. De molenaar moet de wieken van de molen boven in de kap naar de wind draaien (kruien). Met dit type molen zijn grote meren drooggemalen zoals het Schermeer en de Beemster.

Zes- of achtkante beltmolen

Een zes- of achtkante beltmolen is een veelkante molen waaromheen een heuvel zand (belt) is gemaakt in plaats van een houten stelling. Daardoor kan de molen beter wind vangen en is er onder in de belt extra ruimte voor de opslag van graan en meel. De meeste beltmolens zijn korenmolens.

Zes- of achtkante stellingmolen

Een zes- of achtkante stellingmolen is een molen die hoog boven de bebouwing van de stad uitsteekt om voldoende wind te vangen. Er is een soort van stelling of balkon om de molen bebouwd om de molen te kunnen bedienen.

Onderslag watermolen

Een onderslag watermolen wordt door het stromende water van een beek of rivier aangedreven. Het water stroomt onder door het waterrad en zet zo het waterrad in beweging. De watermolen is het oudste molentype en je vindt ze nog in het oosten en zuiden van  Nederland.

Bovenslag watermolen

Een bovenslag watermolen wordt door het stromende water van een beek of rivier aangedreven. Het water wordt via een goot vanboven aangevoerd en het neervallende water zet het waterrad in beweging. Watermolens werden voor heel veel doeleinden gebruikt.

De papiermolens in Gelderland zijn een mooi voorbeeld van het gebruik van watermolens.

 

 

 

 

Bron: De Hollandsche Molens