Wat doet een molen
Molens doen verschillende soorten werk. De twee grootste groepen molens zijn de poldermolens en de korenmolens. Maar er zijn ook molens die gerst tot gort kunnen pellen, hout zagen, papier maken, olie persen uit zaden en kleurstoffen vermalen. Deze laatste groep molens worden industriemolens genoemd.
Poldermolens
Een poldermolen maalt het water uit een polder. Het scheprad of de vijzel van de molen voert het overtollige water omhoog uit de polder in een rivier of kanaal. Een poldermolen staat dus in of naast een polder en bij een rivier of kanaal. Door de poldermolens kregen we meer land voor landbouw en woningen. Poldermolens zorgden ervoor dat we droge voeten kregen.
Korenmolens
Op korenmolens wordt graan tot meel gemalen. Dit meel is de basis van ons brood. Maar van meel kunnen we nog vele andere producten maken, zoals pannenkoeken en pizza’s. Korenmolens hebben altijd één of meerdere verdiepingen waar onder andere de maalstenen liggen en het graan wordt opgeslagen.
Industriemolens
Deze molens worden voor allerlei verschillende doelen gebruikt. Zo zijn er molens die hout kunnen zagen (houtzaagmolens) of molens waarmee papier wordt gemaakt (papiermolens). Ook kan een aantal molens olie uit zaden persen (oliemolens), gerst tot gort pellen (pelmolens) of kleurstoffen fijnmalen (verfmolens). Op de Zaanse Schans vind je nog een aantal van dit soort molens bij elkaar.
Watermolen
Een watermolen maakt gebruik van stromend water van beken en riviertjes. Met een rad of een turbine wordt een as in beweging gezet, waardoor werktuigen in de molen worden aangedreven. Ze staan veel in hoger gelegen gebieden met stromend water, dus vooral in Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. Er zijn vier soorten watermolens: onderslag-, middenslag-, bovenslagmolen en turbinemolen.
Bron: De Hollandsche Molen